Er zijn verschillende soorten katoenstaartkonijnen, maar de oostelijke katoenstaart is de meest voorkomende. Dit alomtegenwoordige dier kan gevonden worden van Canada tot Zuid-Amerika en, in de Verenigde Staten, van de Oostkust tot de Great Plains. Katoenstaarten variĆ«ren van roodbruin tot grijs, maar hebben allemaal de kenmerkende “katoenen bal” staart waarnaar ze genoemd zijn.

Habitat en dieet

Deze konijnen zoeken een habitat aan de rand van open ruimten, zoals velden, weiden en boerderijen, maar kunnen zich aanpassen aan andere habitats, ook die van de mens.

s Nachts snoepen ze van grassen en kruiden en zijn ze dol op tuinproducten zoals erwten en, natuurlijk, sla. In de winter wordt hun dieet wat grover en bestaat het uit schors, twijgen en knoppen. Overdag blijven de katoenstaarten vaak verborgen in de vegetatie. Als ze gezien worden, vluchten ze voor hun prooi in een zigzagpatroon, soms met snelheden tot 18 mijl per uur.

Voortplanting

Vrouwtjes baren in ondiepe grondnesten, van jongen die zo hulpeloos zijn dat misschien maar 15 procent het eerste jaar overleeft. Gelukkig paren konijnen drie of vier keer per jaar en brengen ze telkens drie tot acht jongen voort. Jonge konijnen zijn snel volwassen en zijn al na vier of vijf weken zelfvoorzienend. Geslachtsrijp zijn ze al na twee of drie maanden, zodat populaties met duizelingwekkende snelheid kunnen groeien.

Katoenstaarten zijn er in overvloed en kunnen een probleem vormen voor landbouwers; zij zijn ook een populair jachtdier.

Share and Enjoy !

Shares